Gerard Vermeersch Avelgem Lyrics

De auto, wat is een auto? De auto is een uit zichzelf voortbewegend voertuig dat naargelang zijn ontwikkelde paardekracht het statussymbool uitmaakt van de persoon die er mee rondrijdt, voor eigen rekening getuigenissen afleggend van een verregaande solidariteit met de Belgische schatkist. Zeg wel, het staat dus 'symbool' en één auto is niet meer voldoende, dus komt er een tweede wagen bij. Ik heb een tweede wagen gekocht ... om te kunnen parkeren. Met één auto kan je nooit meer parkeren, maar ik kan parkeren. Ik heb mijn eerste wagen in de stad gezet en als naar de stad moet neem ik mijn eerste auto uit die plaats weg, zet mijn tweede daar en zo kan ik parkeren.
Ach, het verkeer zit vol perikelen. Waar men gaat langs Vlaamse wegen komt men wegomleggingen tegen. En dat wou ik je nog vertellen mijn beste mensen:
Ik kom op een dag haastig van Brussel en ik moet naar Avelgem. Ik kom te Ronse en dacht bij mezelf we zijn er nog de Kwaremont over en ik ben in Avelgem. Maar ik kom aan de Kwaremont en daar stond dat gewraakte pijltje wegomlegging richting puntje Oudenaarde. Ik dacht bij mezelf moet ik nu noch over Oudenaarde dan ben ik hopeloos te laat. Maar gelukkig stond er daar een boerenjongen.
- Zeg jongeman luister eens, ik moet naar Avelgem.
- Avelgem? dedju, dedju eh over de Kwaremont hee menere, moar dedju ge kunt er nie over. De Kwaremont ligt open.
- Moet ik dan nog over Oudenaarde rijden?
- Oudenaarde das verre, de Kwaremont es veel nader, moar dedju ge kunt er nie over de Kwaremont ligt open.
- Zeg jongeman, weet jij eigenlijk wel waar Avelgem ligt?
- Avelgem? En m'n moeder es van Avelgem!
- Kijk mijn vader es daar 'k goat em ne keer vragen: eh diene mensch moe noar Avelgem. Die boer komt naar mijn wagen gewaggeld, hij legt zijn overkruiste armen in het opengedraaide raam:
- Avelgem (zucht) dedju, dedju over de Kwaremont eh meneer, moar ge kunt er nie over de Kwaremont ligt open. Ja, Avelgem kenne da goe ge moet da verstoan 'k eh kik daar 4 joare gevrijd! Kijk menere, we waren wij met vijf zeuns en een boerenhof es niet te verdelen met vijven. 'k Es kik leren temmeren me mijn schoondochter, ja ne boerenzoon moet vanalles kennen om een vrouwe aan den haak te slaan hé. 'k Eh kik moar da maar 5 jaar gaan temmeren bij mijn scheunvoader tot da kik da doeningske koste keupen hier rechteuver. Zeg menere als ik ier voor den eerste keer met m'n vrouwe ier kwam was voor de vies van te zijn. Ja jong getrouwd zijn, 'k mag der nie vies van zijn eh meneer. 'k es 't al zelve g'arrengeerd. Als menere ne keer wil komen kijken naar m'n stallingen, k' e scheun beesten en m'n vrouwe es oek thuis. Of e menere misschien meer goesting in ne boterham mee hespe.
- Zeg dank U wel, het is bijzonder vriendelijk, maar ik moet haastig, haastig naar Avelgem.
- Avelgem dedju, dedju. En mijn scheunvader es doar komen te verongelukken. Ie es doar roar aan z'n deud gekomen zulle: in ne bouw me drie stagen. Alle 'k goat eu ne keer vertellen zie. Hij wilde hem op ne dag een kiste ameuge trekken aan een katrol om materialen noar beneden te brengen. E 't ie em te veel matrialen in die kiste geloaten 'k weet t kik nie. Moar die kiste was vele zwoarder dan mijn scheunvader. En die kiste kom noar beneden en mijn scheunvader ging noar boven. Die kist sloat ondersteboven, de 'n helft van da materioal valt er uit. Die kiste was were lichter dan mijn scheunvader die kiste ga were omheuge en mijn scheunvader kom were noar beneden. Als ie halverwege es krijgt ie nog ne klop van allonder. En als 't ie beneden komt valt ie over al da materioal en dedju, dedju ie loat em da katrol los. En die kiste ... komt allenen noar beneden vlak op zijne kop. Ie was op slag deud. Z'en hem drie weken geleden nog in Avelgem begraven.
Ik dacht bij mezelf nu weet ik het eindelijk:
- Hoe zijt ge dan van hieruit naar Avelgem gereden naar de begrafenis?
- Naar Avelgem? Avelgem! Moar menere we zijn wij niet geweest he, ... eh maar meneer toch de Kwaremont licht open.
- Dedju, dedju